Ga naar de navigatie.
Ga naar inhoud.
Het Conradi-Hünermann Syndroom wordt veroorzaakt door een
verandering (mutatie) in een erfelijke eigenschap. Zo'n
erfelijke eigenschap noemen we een gen.
Het lichaam is opgebouwd uit zeer kleine bouwstenen, de cellen.
In iedere cel van het menselijk lichaam bevinden zich 46
chromosomen. Op de chromosomen liggen alle erfelijke
eigenschappen, de genen. De chromosomen zijn gerangschikt in
paren. Iedere cel heeft 22 paar "gewone" chromosomen
en één paar geslachtschromosomen: XX bij een vrouw
en XY bij een man.
Het gen dat verantwoordelijk is voor het ontstaan van het
Conradi-Hünermann Syndroom is gelegd op het X-chromosoom.
Een gen is opgebouwd uit DNA. Het DNA bevat een code voor het
maken van een eiwit. Eiwitten zijn belangrijke bouwstenen van
het menselijk lichaam en zijn betrokken bij vrijwel alle
processen die zich in het lichaam afspelen. Een verandering
(mutatie) in het DNA betekent een verandering van de code
waardoor een eiwit verkeerd of helemaal niet wordt aangemaakt.
Afhankelijk van de taak die dit eiwit in het lichaam heeft,
ontstaat er een bepaalde aandoening.
Het Conradi-Hünermann-gen codeert voor een eiwit dat een
rol speelt in de cholesterolstofwisseling. Hoe hierdoor de
verschijnselen van het Conradi-Hünermann Syndroom ontstaan,
is nog niet duidelijk.
Opmerkelijk bij het Conradi-Hünermann Syndroom is het
verschijnsel dat de ernst van het syndroom verschilt van persoon
tot persoon en dat ook binnen dezelfde persoon of zelfs binnen
hetzelfde orgaan, de aandoening wisselend tot uiting kan komen.
Zo kan er in het ene oog sprake zijn van ernstige staar terwijl
het andere oog gezond is, en ook binnen één oog
kan de staar soms een begrensd deel van de lens hebben aangetast
terwijl het overige deel van de lens niet aangedaan is. Ook bij
de huid zien we dat aangedane en gezonde delen elkaar
afwisselen, en de skeletafwijkingen zijn meestal
asymmetrisch.
Deze variabele uitingen van het Conradi-Hünermann Syndroom,
word veroorzaakt door (ongelijke) X-inactivatie.
X-inactivatie
Een vrouw heeft in al haar cellen 22 paar "gewone"
chromosomen en één paar geslachtschromosomen, de
X-chromosomen. Een van de twee X-chromosomen is afkomstig van
vader, de ander is afkomstig van moeder. Op de X-chromosomen
ligt een groot aantal erfelijke eigenschappen.
X-inactivatie is het verschijnsel dat bij vrouwen (in de
overgrote meerderheid van de cellen) één van de
twee X-chromosomen op "non-actief" wordt gezet. Dit is
een normaal verschijnsel, dat waarschijnlijk nodig is voor het
goed functioneren van de cellen. De X-inactivatie gebeurt in
principe willekeurig: in ongeveer de helft van de cellen wordt
het van vader afkomstige X-chromosoom geïnactiveerd en in
de andere helft van de cellen wordt het moederlijke X-chromosoom
geïnactiveerd.
Het ontstaan van verschijnselen van het Conradi-Hünermann
Syndroom, is dus afhankelijk van het wel of niet
geïnactiveerd zijn van het X-chromosoom waarop de mutatie
in het Conradi-Hünermann-gen aanwezig is. Dit verklaart het
naast elkaar voorkomen van aangedane en gezonde (delen van)
organen. Soms worden bij een persoon per toeval meer aangedane
dan gezonde X-chromosomen geïnactiveerd. Het
Conradi-Hünermann Syndroom zal bij deze persoon een milder
beloop hebben. Bij iemand die juist meer gezonde X-chromosomen
op non-actief heeft gesteld, zullen de verschijnselen ernstiger
zijn. Dit verklaart de verschillen in ernst van persoon tot
persoon.
Bron: Afdeling Klinische Genetica (Erasmus MC te Rotterdam)